De AOW is geen vetpot; regel nu dus iets voor later. Niets doen is geen optie!

Ondernemers, eenmanszaken, ZZP ‘ers hebben hun pensioen vaak niet of slecht geregeld. Hun bedrijf is toch hun pensioen?! Als ondernemer denk je vaak dat, als je het bedrijf gaat verkopen, daar een grote som geld voor krijgt. En dat dient dan als pensioenpot. In de praktijk valt dit vaker tegen dan je denkt.

Tegenwoordig is het zo dat bedrijven de onderneming vaak moeilijk kunnen verkopen. Een grote zak geld is dan niet meer aan de orde. Steeds meer is het zaak, om zonder veel schade de onderneming te kunnen beëindigen. Binnenkort ga ik dieper op dit onderwerp in.

Bouw een aanvullende oudedagsvoorziening op

Om te voorkomen dat je het straks alleen met een AOW moet doen is het belangrijk dat je toch een aanvullende oudedagsvoorziening gaat opbouwen. Je hebt niet voor niets ziel en zaligheid in je onderneming gestopt!

Foto credit: Loesje.nl

Wat zijn de opties voor het opbouwen van jouw ondernemerspensioen?

Er zijn meerdere mogelijkheden om te zorgen dat je er later ook nog goed bij zit. Ik zet nu 4 opties voor jou op een rij, die je kunt overwegen als ondernemer.

1. Lijfrenteverzekering
   Dit is een optie als men de oudedag aanvulling bij een verzekeringsmaatschappij wil verzekeren. Voordeel is dat het pensioen extern is verzekerd en dat dat veilig is gesteld. Een nadeel is dat men afhankelijk is van de rendementen die een verzekeringsmaatschappij maakt.
   
   Als het lijfrente-kapitaal tot uitkering komt kan je zelf een verzekeringsmaatschappij uitkiezen die de hoogste maandelijkse uitkering doet.
2. De fiscale oudedagsreserve (FOR)
   Het is nog steeds mogelijk om via de inkomstenbelasting een gedeelte van de winst te reserveren als oudedagsreserve. De fiscale oudedagsreserve is een aftrekpost, en levert meteen belasting op. Echter je zou die reservering ook daadwerkelijk apart moeten zetten op een bankrekening.
   
   Daarnaast wordt de belasting ook uitgesteld. Immers als je de onderneming staakt of je bereikt de 65 of 70-jarige leeftijd je de keus hebt of de opgebouwde reserve af te storten bij een verzekeringsmaatschappij of vrij te laten vallen. Afstorten wil zeggen: je moet het gereserveerde bedrag afgeven aan een verzekeringsmaatschappij die daar lijfrente-uitkeringen voor doet. Vrij laten vallen, wil in feite zeggen afkopen en dus moet er in een keer belasting betaald worden over het gereserveerde bedrag.
3. Zelf sparen of beleggen
   Als men de discipline heeft om maandelijks geld op zij te zetten kan men voor de oudedag sparen op een spaarrekening. Als de looptijd lang is kan met een bescheiden bedrag best een kapitaal opbouwen. Zelfs beleggen is een optie, omdat de opbouw gericht is op lange termijn. Bij beleggen moet men wel deskundig advies inwinnen of zich in de materie verdiepen, en niet onrustig worden van dalende koersen.
   
   Het voordeel is de grote eenvoud ervan. Nadeel is dat de spaarrekening ook beschikbaar is voor andere dingen en dat men echt de discipline moet hebben om er van af te kunnen blijven. Ook is het rendement lager, wat op langere termijn zeker in je nadeel gaat werken.
   Men moet rekening er mee houden dat de spaarrekening in beginsel belast is in box 3. In de huidige tijd met spaarrentes onder de 1% is sparen op een spaarrekening dus onverstandig.
4. Banksparen
   Een goed alternatief voor het gewoon sparen is een speciale bankspaarrekening. Het komt in feite op hetzelfde neer als sparen. Echter de bankrekening is geblokkeerd, en je komt er dus tot aan het pensioen ook niet meer aan. Maar dat is ook het idee van opbouwen van een oudedagsvoorziening. De bankrekening is in dit geval niet belast in box 3. Wel kan de lage vergoeding op langere termijn in je nadeel werken.

Beleggen in onroerend goed: Dat kan als de middelen voorhanden zijn. Ik verwijs graag hiervoor naar de blog over de Oudedagsvoorziening, van collega Jeroen Goedbloed op de website van CC2day.

Hoe ga je jouw oudedagsvoorziening opbouwen?

Waaraan kun je nu werken om straks te besparen?

Men is vaak geneigd om enkel naar de inkomstenkant te kijken als oudedagsvoorziening. Maar in feite gaat het er om wat je te besteden hebt na je pensionering. En als je de kosten kunt verlagen voor na je pensionering, heb je simpelweg meer te besteden.

Dat kan bijvoorbeeld door nu extra af te lossen op leningen (hypotheek). Misschien op dit moment fiscaal niet interessant, maar het geeft straks wel ruimte en rust. Je kunt later eventueel de woning dan met een forse overwaarde verkopen, waarop je in lengte van jaren kunt teren.

Wat is nu wijsheid?

Niets doen is geen optie! In ieder geval moet je proberen een aanvullende oudedagsvoorziening op te bouwen of althans zorgen voor een besparing van kosten. Aan jou de keus.

De regering heeft overigens inmiddels ook begrepen dat het vaak bij kleine ondernemers slecht is gesteld met de pensioenen. En men denkt na over oplossingen.

Tenslotte kan het best zo zijn dat je een mooie onderneming hebt die bij verkoop een aardig bedrag kan opleveren. Maar garanties heb je niet.