Hoge Raad tikt belastingdienst op de vingers, geeft spaarders gelijk.

Spaargeld in box 3 is al lang niet leuk meer.
Een stukje geschiedenis
Op 1 januari 2001 trad de destijds nieuwe wet Inkomstenbelasting 2001 in werking.
Een van de bijzondere kenmerken van die wet is het nog steeds van toepassing zijnde boxenstelsel.
In box 3 van het stelsel wordt privévermogen forfaitair belast. In plaats van het daadwerkelijke rendement, ging men uit van een effectief rendement van 4% waarover vervolgens 30% inkomstenbelasting werd berekend. Effectief kwam dat uit op 1,2% belasting over het privévermogen.
Vooral in de eerste jaren toen de rentes hoger lagen, de inflatie binnen de perken bleef en andere beleggingen goed rendeerden werd dit ook wel te “pretbox” genoemd.
Echter, de laatste jaren viel er voor de grote groep veilige spaarders weinig meer te vieren.
Niet alleen daalden de renteopbrengsten. Ook de belasting steeg. Vooral in 2017 toen de wetgever zich had bedacht dat mensen met box3 vermogen niet alleen spaargeld op een rekening hadden staan maar dat deze ook belegden in aandelen, onroerend goed etc. Het gevolg liet zich raden, namelijk een hogere belastingdruk.
Probleem voor de spaarder
Zo kreeg een echtpaar over het jaar 2017 te maken met een belastingaanslag van € 12.705, berekend over een fictief rendement van € 40.000. De daadwerkelijke opbrengst over het spaargeld was echter maar € 6.612.
Over het jaar 2018 werd er een aanslag opgelegd van € 11.969 bij een fictief rendement van wederom € 40.000. De daadwerkelijke opbrengst over het spaargeld was maar € 3.528.
Over deze twee jaren betaalden de belastingplichtigen dus meer dan 3x zoveel belasting over hun vermogen dan dat zij aan rendement behaalden! Dat voelt al heel onrechtvaardig als je erover leest, maar doet nu natuurlijk nog meer zeer als het je eigen geld is. Dus er zat voor de belastingplichtige maar één ding op.
Naar de rechter
De belastingplichtige zette de stap naar de rechter en een aantal procedures later heeft de Hoge Raad haar oordeel gevestigd.
Omdat er in de systematiek zoals die sinds 2017 geldt geen rekening wordt gehouden met de werkelijke aanwending van vermogen en er geen verband is met het daadwerkelijke behaalde rendement, is de heffing naar het oordeel van de Hoge Raad in strijd met het recht op ongestoord genot van eigendom in combinatie met het verbod op discriminatie.
De belastingplichtige wordt door ingrijpen van de Hoge Raad niet meer belast naar een fictief rendement van € 40.000, maar naar het daadwerkelijke rendement van € 6.612 (2017) en €3.528 (2018).
Voor alle spaarders?
Omdat het een uitspraak van de Hoge Raad betreft, geldt deze ook voor alle andere spaarders. En met name ook voor de jaren 2019 en later. Belangrijk wel is dat je in dezelfde situatie verkeert waarop de uitspraak van de Hoge Raad ziet.
Er dient dus:
1) sprake te zijn van onderrendement. Dat is het geval als je relatief meer spaargeld hebt dan de verdeling waar de wetgever van uit gaat en/of;
2) een slecht beleggingsresultaat dat lager is dan de uitgangspunten van de wetgever.
Daarnaast geldt de voorwaarde dat de belastingaanslag over enig jaar nog niet definitief is vastgesteld of dat er na de vaststelling tijdig een bezwaar is ingediend.
Onduidelijkheden
Er gaan geruchten dat de Belastingdienst momenteel alle aangiften met box 3 heffing aanhoudt. Ook is er het gerucht dat de Staatssecretaris momenteel laat onderzoeken of alle box 3 situaties gecompenseerd moeten worden.
Los van de geruchten en de uitspraak zijn er ook nog enkele onduidelijkheden en praktische belemmeringen. Zo voorziet de software van de Belastingdienst nog niet in de mogelijkheid om uit te gaan van daadwerkelijke rendementen. Dus zal men bij iedere aanslag met daarin box3-heffing moeten nagaan of de heffing wel correct is. En is dat niet het geval. Dan zal er vooralsnog steeds bezwaar moeten worden aangetekend.
Ook kan het in de praktijk lastig zijn om het daadwerkelijke rendement vast te stellen. In een bezwaarprocedure zal men bijvoorbeeld met bewijslast moeten komen. Dat is voor een spaarrekening waarschijnlijk heel eenvoudig maar voor beleggingen in aandelen of andere beleggingen kan dat heel anders liggen.
Ondersteuning nodig?
Als belastingadvieskantoor kunnen wij u hierin begeleiden. Ook kunnen wij in uw situatie beoordelen of box3 sparen bijvoorbeeld wel de juiste keuze is. Er zijn immers ook alternatieve mogelijkheden.
Als belastingadviseur anticiperen wij ook op toekomstige ontwikkelingen. Zo heeft de wetgever in het regeerakkoord al aangekondigd te zullen gaan werken aan een nieuwe Box 3. Afhankelijk van uw situatie kan dat gunstig zijn, maar ook ongunstig. Samen kunnen we vaststellen of actie gewenst is.
Zo voorkomen we samen dat u nooit meer aan belasting betaald dan nodig en dat u zoveel mogelijk kunt blijven genieten van de rendementen van uw vermogen.
Wilt naar aanleiding weten wat wij met onze diensten voor u kunnen betekenen? Neem dan gerust contact met mij op. We helpen u graag verder.
mr. Jeroen Goedbloed RB