Een ondernemer die goederen verkoopt is BTW verschuldigd over de verkoop van die goederen. Het systeem van de BTW is dat een ondernemer/verkoper de BTW, die hij bij inkoop van de goederen betaalt, weer kan terugvorderen.
Maar wat als hij het goed van een particulier koopt? Die particulier mag geen BTW in rekening brengen, en heeft ook niet de BTW kunnen aftrekken. In de inkoop door de ondernemer zit dus in feite BTW die hij niet kan aftrekken, terwijl hij wel over de verkoop BTW zou moeten afdragen. Er ontstaat hier de situatie van BTW over BTW (cumulatie van BTW).
Een branche waar dit veel voorkomt is de autohandel.
In het systeem van de BTW kan dit niet de bedoeling zijn, en daarom heeft de wetgever de margeregeling opgezet.
De margeregeling houdt in dat bij handel in tweedehands goederen er enkel BTW is verschuldigd over de winstmarge.
Voorbeeld:
Verkoopprijs € 1.000
Inkoopprijs € 500
———
Marge € 500
De verschuldigde BTW is dan € € 500 x 21%/121% = € 87
Als de verkoper geen gebruik kon maken van de margeregeling was hij 21%/121% x € 1000 = € 173 verschuldigd.
De wederverkoper heeft de mogelijkheid om (per transactie) af te zien van de margeregeling. Hij moet dan de verschuldigde BTW berekenen volgens de normale regels. Maar waarom zou hij dat doen?
Dat kan afhangen hoe de koper van het goed kan omgaan met de BTW. Bijvoorbeeld als de koper de BTW mag aftrekken. Het artikel heeft daarna niet de status van marge-artikel. Een stukje BTW dat de wederverkoper bij zij inkoop heeft gehad blijft wel nog “hangen”. Uiteraard moet de wederverkoper een factuur opstellen met BTW (bedrag en percentage).
De globalisatieregeling is een bijzondere regeling. De verschuldigde BTW wordt hier niet per goed/artikel bepaald, maar per (belasting)tijdvak. Het grote voordeel is dat eventuele negatieve marges in een tijdvak, verrekend kunnen worden met positieve marges in een volgende tijdvak.
In een volgend artikel geef ik hier meer aandacht aan.
Demontage van gebruikte goederen. Als gebruikte goederen worden gedemonteerd, kunnen deze onderdelen in beginsel niet meer worden verkocht met toepassing van de margeregeling. Immers de oorspronkelijke goederen kunnen niet meer als zodanig worden gebruikt.
Uitzonderingen zijn, als de gedemonteerde onderdelen op zichzelf in aanmerking voor de margeregeling. Of dat de gedemonteerde onderdelen op zichzelf ook zijn te gebruiken waarvoor zij zijn vervaardigd. Dit komt voornamelijk voor bij autodemontage-bedrijven.
Als andere goederen, met aftrek van BTW, gebruikt worden ter reparatie van marge-goederen, mogen deze goederen niet in aftrek worden gebracht van de marge. De marge staat op zichzelf, en betreft louter het verschil tussen oorspronkelijke inkoopprijs en verkoopprijs.
De afnemer/koper betaalt slechts gedeeltelijk of niet
In dat geval is de marge te hoog geweest, c.q. te hoog aangegeven in de BTW-aangifte. Hij mag het teveel aan afgedragen BTW bij de fiscus terugvorderen.
Bij levering van gebruikte goederen naar EU-landen is in beginsel de margeregeling van toepassing. Ook als gebruikte goederen worden betrokken vanuit andere EU-landen van particulieren of BTW-vrijgestelde ondernemers.
Uitvoer naar niet EU-landen
Bij uitvoer van gebruikte goederen naar een niet-EU land mag de margeregeling achterwegen gelaten worden, en het nultarief worden toegepast.
De marge-omzet dient te worden aangegeven bij belastbare prestaties binnenland. Het netto-bedrag exclusief de BTW over de marge. Dat kan het hoog tarief (21%) zijn, of het laag tarief (6%).
De margeregeling is een mooie regeling om het BTW-lek van handel op gebruikte goederen wat te verzachten, maar kent wat voorwaarden.
Ik kan je helpen bij vraagstukken over de margeregeling en globalisatieregeling. Neem gerust contact met mij op.