Vaststelling vooraftrek wanneer er zowel belaste prestaties als vrijgestelde prestaties plaatsvinden

Voor een btw-ondernemer die volledig belaste prestaties verricht geldt dat deze in rekening gebrachte btw (hierna: vooraftrek) volledig in mindering kan brengen op de af te dragen btw. De ondernemer die uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht heeft geen recht op vooraftrek van btw.

Hoe zit het dan met de vooraftrek als je als ondernemer zowel belaste prestaties verricht als onbelaste prestaties? Om dat te bepalen heeft de wetgever in de wet Omzetbelasting en de uitvoeringsbeschikking Omzetbelasting splitsingsregels opgesteld. Hiertoe dient men eerst een drietal categorieën te onderscheiden:

  1. uitsluitend gebruik voor belaste prestaties, de voorbelasting komt geheel voor aftrek in aanmerking;
  2. uitsluitend gebruik voor vrijgestelde prestaties, de voorbelasting komt geheel niet voor aftrek in aanmerking’;
  3. gemengd gebruik;

Als een ondernemer zowel handelingen met aftrekrecht als handelingen zonder aftrekrecht verricht, moet de voorbelasting worden gesplitst in een aftrekbaar en een niet-aftrekbaar deel.

Splitsingsregels dus

Voor de splitsing van de voorbelasting in deels belaste en deels vrijgestelde prestaties wordt dus onderscheid gemaakt tussen goederen en diensten die zowel voor handelingen met aftrekrecht als voor handelingen zonder aftrekrecht worden gebruikt. De voorbelasting is aftrekbaar als deze kan worden toegerekend aan de belaste prestaties.

De beoordeling of ingekochte goederen en diensten direct zijn toe te rekenen aan belaste prestaties, vrijgestelde prestaties of zelfs gemengde prestaties, kan in de praktijk lastig zijn. Per goed of dienst moet er worden beoordeeld of er sprake is van gebruik uitsluitend voor belaste prestaties of voor vrijgestelde prestaties. Pas als vaststaat dat een goed of dienst wordt gebruikt voor beide soorten handelingen zal de vooraftrek moeten worden gesplitst.

De splitsingsregels schrijven voor dat de voorbelasting op gemengde prestaties wordt gesplitst naar de omzet met aftrekrecht tot de totale omzet. Bepalend is de omzetverhouding in het tijdvak waarin de aftrek van voorbelasting plaatsheeft. De precieze verhouding kan dus per tijdvak verschillen.

Voorbeeld omzetverhouding

De vooraftrek waar u als ondernemer recht op heeft wordt doorgaans bepaald aan de hand van de omzetverhouding tussen belast en vrijgesteld. Stel, de belaste omzet bedraagt 80% van de omzet en vrijgestelde omzet bedraagt 20%. De in rekening gebrachte btw bedraagt € 5.000, hiervan komt dan 80% als vooraftrek in aanmerking (over dit deel van de omzet wordt ook btw afgedragen). Voor de resterende € 1.000 heeft u geen recht op vooraftrek en u mag deze dus niet in mindering brengen. Wel mag u deze ten laste brengen van het resultaat (de niet verrekenbare btw is dus wel een kostenpost). Dit wordt ook wel de pro-rata methode genoemd.

Afwijken?

Het is mogelijk om af te wijken van de omzetverhoudingen en uit te gaan van werkelijk gebruik. Dit komt echter alleen aan de orde als door de ondernemer (of de inspecteur) aannemelijk wordt gemaakt dat dit beter aansluit.

Eerste ingebruikname gemengd bedrijfsmiddel

Los van de omzetverhouding kan het zijn dat voor een apart bedrijfsmiddel de verhouding gemengd anders ligt dan de omzetverhouding in het tijdvak van ingebruikname. Dit heeft tot mogelijk gevolg dat bij de ingebruikname teveel of te weinig btw in vooraftrek is gebracht. Hiervoor geldt dat bij eerste ingebruikname van een bedrijfsmiddel aan het einde van het jaar van aanschaf de splitsing worden herzien op basis van de omzetverhouding of de gebruiksverhouding gemeten naar het hele jaar.

Slot

Ondernemingen die zowel belaste als vrijgestelde prestaties verrichten dienen zich te houden aan de splitsingsregels. Niet alle in rekening gebrachte btw is dan in vooraftrek aftrekbaar. Het niet doen van van juiste aangiften kan leiden tot boetes. Voor ondernemers en ondernemingen die zowel belaste als vrijgestelde prestaties verrichten is het dus belangrijk om zaken niet alleen in de praktijk, maar ook in de administratie goed vast te leggen en bij te houden. Ook ten aanzien van nieuwe bedrijfsmiddelen is nauwkeurigheid noodzakelijk.

Als ondernemer staat u hier natuurlijk niet altijd bij stil. Toch is het zaak dit wel in het achterhoofd te houden en ook tijdig te schakelen met uw adviseur. Door de juiste regels correct toe te passen voorkomt u dat u later voor vervelende verrassingen komt te staan.

Heeft u vragen over bovengenoemd artikel of wilt u meer weten over onze dienstverlening, neem dan gerust contact met ons op.

Jeroen Goedbloed

datum publicatie: 5 maart 2018.